Rugby: een korte introductie
Krijg je liever uitleg met behulp van een filmpje? Klik dan hier voor een animatiefilmpje. Het duurt slechts 10 minuten.
De Internationale Rugby Bond heeft ook een handleiding voor beginners uitgebracht.
Als je erover denkt om een spreekbeurt over rugby te houden dan is het interessant om DEZE LINK te volgen. Rugby Nederland heeft
speciaal voor jou al het een en ander klaargezet.
Rugby is een sport dat gespeeld wordt met twee teams* van 15 man. Punten kunnen gescoord worden door de bal via de grond tussen de palen te schieten (drop goal/penalty) voor 3 punten of over de achterlijn de bal op de grond te drukken voor een try en 5 punten. Na het scoren van een try krijgt een team de kans om de bal tussen de palen te schieten voor extra 2 punten. Zo kan een try uiteindelijk 7 punten opleveren.
De bal mag echter alleen achterwaarts worden gegooid. Om te scoren moet de bal dus naar voren gelopen of geschopt worden en het is zaak voor het aanvallende team om altijd achter de bal te blijven. De verdediging mag alleen de speler met de bal tackelen, hierbij moet de tackelaar zijn armen en schouders gebruiken. Tackels met de benen en boven de schouders van de aanvaller zijn niet toegestaan.
Spel elementen
Scrums:
Scrums worden gebruikt om na een overtreding het spel te hervatten. In de scrum proberen de twee groepen voorwaartsen elkaar weg te duwen om zo de bal te veroveren. De bal wordt door de scrumhalf van het team, dat niet in overtreding was, ingebracht. De hooker haakt de bal naar de achterkant van de scrum waar de nummer 8 of de scrumhalf deze weer in het spel brengt.
Line-outs:
Als een bal buiten het veld raakt is de bal voor het team dat deze niet voor het laatst is aangeraakt, De twee groepen voorwaartsen stellen zich naast elkaar op, de hooker gooit de bal in en de springers proberen deze te vangen, hierbij mag de springer opgetild worden door teamgenoten.
Voordeel:
De scheidsrechter mag direct fluiten bij een overtreding, maar wanneer hij het spel door wil laten spelen kan hij voordeel geven voor het aanvallende team. De scheidsrechter geeft het voordeel aan met een uitgestoken arm.
Posities:
Voorwaartsen
1e rij: Props en Hooker; meestal de sterkere spelers die zorgen dat de bal behouden blijft, de hooker gooit de bal bij line outs en haakt de bal in de scrums.
2e rij: Locks; de langste op het veld en zijn de kracht van de scrum en zijn de springers in de line out.
3e rij: Flankers en Nummer 8; zowel in de aanval als de verdediging is de 3e rij waar de bal is. In de verdediging om de tackels te maken en de bal te veroveren, in de aanval om de bard hard in te lopen.
Lijnspelers
Scrumhalf: Dirigent van de voorwaartsen is altijd als eerste bij elke ruck om te bepalen waar de bal naar toe gaat.
Fly-half: Leider van de lijnspelers die zorgt dat de aanvalsbewegingen goed verlopen.
Centers: De sterke, snelle spelers die erg behendig zijn met de bal zorgen voor het opzetten van de aanval.
Wings: De snelste van het veld moeten zorgen voor de punten.
Fullback: In de aanval een snelle speler die als extra center/winger de punten moet scoren en in de verdediging de laatste man op het veld is die alle kicks moet vangen en gemiste tackels moet goed maken.